Koolzaadolie
Waarschijnlijk heb je wel een fles olijfolie in de kast staan. Maar koolzaadolie? Grote kans van niet. “Koolzaadolie is in de Nederlandse keuken nog vrij onbekend. Slechts 0,9 tot 1 procent van alle Nederlanders gebruikt deze olie”, vertelt boer Geert Lindenhols uit Drenthe. “En dat terwijl in Duitsland 25 procent van alle inwoners in koolzaadolie bakt.” In ons buurland zien ze de voordelen er al van in: koolzaadolie is namelijk goed voor zowel de planeet als voor jezelf. De Drentse boer verbouwt de koolzaad zelf, en perst er olie van. “Hier in de buurt noemen ze me ook wel ‘de oliesjeik’.”
Koolzaadvelden: de nieuwe tulpenvelden
De boerderij van Geert is niet te missen in de omgeving: een bijzondere windmolen, gemaakt van hout en ijzer markeert fier als een vlag zijn terrein. Ongeveer ieder met bloemetjes geelgekleurd veld in een straal van vijftien kilometer hieromheen is van hem. “Kijk”, wijst Geert op een pad van voetsporen dat naar een van zijn koolzaadvelden toe leidt. “Er worden hier veel foto’s gemaakt.” Ik geef hem mijn telefoon, lach en loop naar de veel belopen inham in het koolzaadveld. “Nou doe mij er ook maar één dan!”
Een biotoop vol leven
Naast prachtig om te zien, zijn de koolzaadvelden van Geert geweldige gewassen boordevol biodiversiteit. Overdag schuilen er hazen en reeën in, tussen de gele bloemen bloeien klaprozen en viooltjes en erboven zoemen bijen. “Rondom mijn koolzaadvelden staan wel meer dan honderd bijenvolken”, vertelt Geert. “Voor bijen is koolzaad hét gewas waarmee ze na hun winterslaap weer op krachten kunnen komen. Van één voetbalveld komt ruim honderd kilo honing.” Ook onder de grond is de plant tot nut. “Ieder gewas dat ik na koolzaad teel, levert tien procent meer opbrengst op”, legt de boer uit.
De oliesjeik van Drenthe
De boer opent een nog groene peul, en laat de zaadjes erin zien. Na de oogst in juli (winterkoolzaad) en september (zomerkoolzaad) perst hij de gedroogde zaadjes jaarrond voorzichtig met een schroefpers tot koudgeperste goudgele olie. In zijn schuur houdt Geert zijn vinger onder de pers, de olie druipt erop. Hij steekt zijn vinger in zijn mond. “Heerlijk!” Een centrifuge slingert vervolgens de olie rond, waardoor overgebleven deeltjes van het koolzaadschilletje bezinken. Na het afvullen is de olie klaar voor gebruik. “Koolzaadolie heeft een hoog verhittingspunt van 240 graden Celsius, en is daardoor geschikt voor zowel frituren als salades.”
Lokaal en circulair
Het bedrijf van Geert is op zijn zachtst gezegd bijzonder te noemen. Alles hier is circulair. De windmolen levert elektriciteit voor de oliepers. Bij de productie wordt niets van de plant weggegooid. “Het koolzaadstro drogen en malen we, dat wordt gebruikt als ligbed voor koeien, kippen en paarden. Van het koolzaadstof dat daarbij vrijkomt maken we pellets, die dienen als verwarming in ons bedrijf”, vertelt Geert. De geelzwarte brokken die overblijven na het persen, zijn eiwitrijk veevoer. Zijn tractoren rijden zelfs op hergebruikte koolzaadolie. “Daarin zijn eerder snacks gefrituurd. De gereinigde olie gebruiken we als biobrandstof.”
Supergezond én lekker
Naast goed voor de planeet, is koolzaadolie ook goed voor jou. “Er is geen gezondere olie dan koolzaadolie”, vertelt de boer. “Er zitten minder verzadigde (lees: ongezonde) vetten in koolzaadolie dan in olijfolie (6,5 procent ten opzichte van circa 13 procent) en veel omega 3 en omega 6. “Je weet wel, daar waarvoor je normaal gesproken bij de visboer in de rij gaat staan.” Of het ook lekker is? Daarvoor steek ik mijn vingers in de olie. Mmm… Het smaakt mild en een beetje nootachtig. Dit is mijn favoriete olie tegenwoordig, met name om in te bakken.
Koolzaadolie van Geerts Best is te koop bij 160 streekwinkels in Nederland (zie www.geertsbest.nl voor verkooppunten) en via bol.com.
*Dit Lekker lokaal column verscheen eerder in Foodies magazine.