Opperdoezer Ronde

Van alle aardappels in Nederland is er één de allerlekkerste: de Opperdoezer Ronde, ook wel de ‘Ferrari’ onder de aardappels genoemd. De smaak, bite, romigheid en volheid van deze goudgele ronde aardappeltjes met diepe ogen is zó lekker, dat ik er graag voor langs Opperdoes rijd. Rondom het West-Friese plaatsje wijzen de bordjes met ‘Opperdoezer Ronde’ de weg. In een straal van 1 km rondom de kerk in Opperdoes worden ze geteeld door zo’n tien telers. Een van die telers is Hero Stam, ook wel de Opperdoezer Ronde koning genoemd.

“Opperdoezer Ronde zijn geen gewone piepers, maar aardappels met Beschermde Oorsprongs Benaming.” 


Alleen rondom Opperdoes

Met het puntje van de kerktoren in het zicht, knielt de Opperdoezer Ronde koning op de grond. Rond 1860 ontdekte een tuinder-collega van hem niet ver van dit aardappelveld tussen zijn aardappels een afwijkend bosje ronde piepers, waaruit door veredeling de Opperdoezer Ronde ontstond. In 1996 kreeg de aardappel de BOB-status. De bijzondere smaak van het piepertje krijgt hij door de grond rondom dit dorp. Opperdoes is een terp die twee meter boven de waterspiegel ligt. De bodem eromheen is een mengsel van zand en zeeklei. 

Rooien

In tegenstelling tot gewone aardappels, die zo’n veertig dagen op het veld liggen voordat ze gerooid worden, worden Opperdoezer Rondes met het groene loof er nog aan direct van het veld gehaald. Meestal worden de aardappels met een ‘lichter’ letterlijk uit de grond opgelicht. Deze machine – die lijkt op een tractor – snijd met een mes onder de aardappelplant. Doordat het velletje van de Opperdoezer Rondes nu nog dun en teer is, en niet dik zoals bij gewone aardappels, moeten ze met de hand worden opgeraapt.  


Net goudklompjes

Vandaag laat Hero zien hoe je ze met de hand kunt rooien. Hij steekt zijn rooigreep in de grond. Als een soort Poseidon van de aarde delft hij met de drietand de aardappeltjes, die zo net kleine goudklompjes lijken. Hij lacht. ‘Mooi hé?’ Zodra een kratje vol is, legt Hero er direct van het groene loof over. De aardappelrooier: ‘Je moet ze net als een kind met een dekentje toedekken. Om ze te beschermen tegen de zon en het licht. Anders worden ze groen, net als witlof.’ 

 

In vieren, met gesmolten boter

Boven zijn schuur iets verderop, waar hij ze verkoopt, staat heel groot: ‘Power to the pieper.’ En eronder: ‘milieubewust geteeld.’ Volgens Hero is er maar één manier om de net gerooide aardappels te bereiden, namelijk met gesmolten roomboter. Binnen wast hij ze en kookt hij ze zo’n tien minuten met schil en al. Aan tafel pakt hij zijn mes en vork erbij. Op het bord snijd hij ze met het mes in vieren, waarna hij ze met zijn viertand in de gesmolten boter doopt. 

Naar binnen schoffelen

De smaak is volgens de West-Fries niet te vergelijken met een gewone aardappel. ‘Het is gewoon bijna fluweel wat er over je tong gaat.’ Ook de manier waarop je ze eet is belangrijk. ‘Je moet ze met aandacht eten. Niet hap slok weg omdat het zo lekker is. Zo van – schoffel het maar naar binnen.’ Hij lacht: ‘Ja, dat heb ik ook moeten leren hoor. Ik at ook altijd veel te snel.’

Opperdoezer Rondes worden van eind mei t/m augustus gerooid, maar zijn het hele jaar te koop bij boeren rondom Opperdoes. Het beste bewaar je ze koel en donker, bijvoorbeeld in het groentevak van de koelkast. 

*Dit Lekker lokaal column verscheen eerder in Foodies magazine